Onderbouw
- We helpen elkaar.
- Wil je iets lenen, vraag het netjes.
- We zijn aardig voor elkaar en spelen met elkaar.
- We hebben het fijn met elkaar.
- Lachen is fijn, maar uitlachen doet pijn.
- Kun je het samen niet oplossen, kom dan naar de juf.
- Als we het niet met elkaar eens zijn, praten we dat uit en zeggen sorry als dat nodig is.
- Ruzie maken is niet fijn, we willen allemaal vriendjes zijn.
- Voor groot en klein zullen we aardig zijn.
- Er is er maar één die praat, zodat het luisteren beter gaat.
Midden- en bovenbouw
- We helpen elkaar.
- Als we iets willen lenen van een ander, vragen we dat.
- We zijn aardig voor elkaar.
- We zorgen met elkaar voor een fijne sfeer.
- We gaan op een respectvolle manier met elkaar om.
- Als we er samen niet uitkomen, vragen we hulp aan de leerkracht.
- Als we het niet met elkaar eens zijn, praten we dat uit en zeggen sorry als dat nodig is.
- We weten het verschil tussen plagen en pesten.
- We zorgen ervoor dat iedereen zich veilig voelt.
- We luisteren naar elkaar.